Transcriptie
Rhafte,
247
Van BBanda onder dato 8:en Septemb:r 1690.
betuijgen d’erkentenisse die esij in dien reguarde hebben,
maer vinden ons ook verpligt, om uE: Ho:Ed: na
ons uijterste vermogen, hartgrondelijk te bedanken,
voor het bijsonder gunstbewijs nu laest in uw Ho: Ed:
Ho: geeerde miss: aandese regering de dato . . a.
ons burgeren in dese provintie banda toekomen, te weten,
dat den rijst die voor desen tot vrij Loger prijs door ons
aen d’ EComp. heeft moeten betaelt werden Jegenwoordig
â 20. rd.s ’t last mogen genieten, mitsgr: dat uHo:
Ed: hebben gelieven te ordonneren, dat de adeposito staende
Capitalen, door de perkemiers met 6. p.r C=to Jaerlijkse
Interessen kunnen voldaen werden
wij beleijden uw HoEd: dese saken te zijn, middelen
waer door den perkbesitter, en andere onse vrijborgeren,
met godes hulpe, uijt hunne verlegentheyt, agterstal,
Ia armoede, daer deselve god betert eenigen tijt herw:
doort verlies van vele vrugtdragende specerijebomen;
door Harde stormwinden en regen veroortaekt)
schenen toegekomen te zijn. alle het welke uw HoEd
vaderlijk en gunstig geconsidereert hebben. danker
wij andermael uw HoEd: voorsodanige overgrote
goetheijt, en bidden demoedig uE HoEd: poorsostange
willen van tijd tot tijd, in hare goede genegentheden
tonswaerts