Transcriptie
8.
Van Macassar 25:' Iunij 1695.
woede, tegens biema en dompo, als andere
inditien, eer voor den aenleijder der bewuste
moord houden: maer tis absoluijt onmogelijk om
radja bonij van het gearresteerde Connis, en de
t is onmogel. an radjo
bonij tot een ander
vooroordelen tegens radja Bienia opgevat,
gevoelen te brengen
door kragt van redenen aff te leijden, daer toe
anders uEd: brieff van't voorleden Iaer p.r Jambij
overgebragt, overtuyjgende genoeg ts: dog die in
hem maer groter droefh. en quelling heeft
verwekt. daer is dan gpei geen andere weg
open omuijt du Labormi te geraken, dan door een
vonnis van politie, met radja bouij te stemmen
het naeste middel tot
dat radja biema schuldig aende bewuste moord
redres om hun gewijs„
de te applanderen
is, en alsoo haer gewijsde te applanderen. het
vannis is gefondeert, op zien, horen en d’actie
hoe het voimis bij
uijt te voeren: zonder dat 'er in opmerkinge —
haer gefond.t is
genomen is, van wat valuatie de getuijgen zijn,
en de reprochies tegens deselve ingebragt. zij is
dierhalven schuldig (seggense) gestraft te worden,
wetten en
na de„ gewoonte van’t land, die ik volgens uEd.
ie
ordre, gehouden ben op te volgen; schoon het ons
gemoet en deweten onses landsstrijden mogt
daerin ik dan niet als regter, maer als gouv:r
daerin den gouv.r sah
ten vollen Condescenderen kan, om alle verdere
dienen te condescende„
„ren.
Cavillatien weg te nemen, ten eijnde de sake tot
gee