Transcriptie
11.
1695.
Van Macassar den 25.en Iunij
voors. gemene brieff reets omstandig berigt
gegeven is, anders en bij verwijling van een
spoedige Expeditie, staen de bedrukte bondge„
tot redding eer
„noten bloot voor verdere verwoesting, ’t geen
bondgenoten
zij d’ EComp:, als haer beschermheer dan wel
souden wijten, off hun bij gebrek van bijstand,
dan Tamborees onderwerpen, t geen dan van
Slimmer gevolg werden kan.
vandenstant der
wat nu de bondgenoten belangt, die tot de
algemene bondge„
algemene vergaderinge voormeld, geconvoceerd
noten op Celebes
en buijten radja bonij als d’eerste in rang onder
haer, nog 21. Coningen sterk waren, gelijkse bij de
brieff van den 30. aug.o 1693. gemelt staen; daer
onder zijn welde voornaemste, de Coningen
_o
ende voornaemste
loet
van goa, Tello, soping en Mandhar, nmmens die
onder haer
tmeest berugt en wel vant grootste aensien
zijn. dog alle deselve, nog geen van alle soude
de hardiefse hebben, om inde gemene vergadering
eenig advijs te geven dat strijden zoude, tegens
’t sentiment van radja bonij ’t geen de heer
hoe hij ont. radja
heer
bonij verbonden zijn
presid.t francois prins Zal:r„ wel geweten
en daerom zoo veel te groter misslag begaen
heeft, met de questie tusschen dompoen
en hoeveel de h.r
presid.t prins rig
biema, als uijtlandig voor d.o Landgroten te
misgrepen heeft
brengen ten ware dan dat hij zig alvorens
had konnen versekeren agten, dat radja
bonij