closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Dn

Van Macassar onder dato 29.' Aug:s 1695.

serk

mans 6. a 7. Coppen goetwillig een voor den

op ordre buijten gingen. daer na stapten de gecom„

mitt.s boven, en bragten ’t eindelijk zoo ver„

datse begonden te parlementeren. 'teerste dat den

Caning en Coninginne van biema versoeken lieten.

wat uytstel tot sanderendaegs: maar die wierd

niet advis vande voors. 4. leden plat afgeslagen,

en staande pede verstaen het nu te laten voortgaen,

terwijl het aande gang was, schoon hij zeijde dat

zij van schrik een miskraem zou krijgen, met

bijvoeginge dat terwijl de Coningin op zulke

vaderl: en zieftallige vermaningen vanden

gouv.r, na zijn E. niet had willen horen, maer

smadelijk weg gelopen was, wij ook nu niet meer

op de versoeken kondeletten. dit Liep weder een

soos aan wanneer den Tolk quam zeggen, datse

dan versogt h.r Junius eerst eens te mogen spreken,

dit wierd ook afgeslagen, maer s:r Iunius

ondertusschen geroepen en derwaerts gesonden

zijnde, met last om haer des doenlijk te disponeren,

duurden dit weder Ontrent ½ uur, wanneer de

Coningin eijndelijk beloofde, ten huijse vanden

gouv. tekomen, maer versogt, om de bolekan

off draagzetel van des gouv.rs vrouw en hare

Iongens, en dat radha biema mede mogt

komen: beijde wierd ingewilligt, dog radjar

biema, zonder geweir off gevolg hier op

quamense eijndelijk met de gecommitt:s

Ghous:r Junius, de afgesondene Maccassaerse

groten

81.