closeTerug naar inventaris

Transcriptie

16.

Van Ternaten onder dato 16' Julij 169

maand. 20. d.o dese dagen hadden wij het voorde bogt van

dijnsd. 21. d.o gilolo, drijvende heen en weder onder de wal

woensd: 22. d.o zoo dat wij het geene door de lugte des daegs

donderd: 23. d.o) gewonnen wierd, bij nagt weder quame te

verliesen, des agtermiddags schepte een praeuw

met vier maij voor bij ons schip heen dewelke

vroegen wat coers iten heenen zeijlde, waerop haer

na vereijsch gediend hebbende verstonden het batchianders

te wesen, die de wil na Ternaten hadde en door haer

opperhootden gesonden waren om te vernemen waerwij

van daen quamen, scheppende alsoo Sonder meerder

te spreken weder van ons aff.

dit morgens

24: d.o, rsolveerden wij om de bogt van gilolo in te lopen en

veijd

onse ledige caten aldaer col water te halen, mitsgs

ons van brandhout te versien, en als dan na Celeles

over te steken, om te sien off wij van die wal de

Talaoutse Eijlanden niet beter zoude bestevenen

wij quamen in geseijde bogt, op twintig vademen ten

anker vindende aldaer de chialoep de Touijn met

het laden van metselftenen en dakpannen besig en

souden dien dag ons volk nog na land.

Saturd 25. d.o haelden water en brandhout en gingen des

avonts ongevaer, de klocke seven uren weder onder

Zeijl

sond 26. d.o des nagts kregen wij de wind vant Land en

avanceerde tot voor de bogt van sawoewoe

Maand 27. d.o passeerdeuw' de bogt van gammeknerre voorbij

07

om

aturd

s

ij6