closeTerug naar inventaris

Transcriptie

der

Van Ternaten onder dato 10. Julij 1695.

en hielden langs de wal nade vogt van Laloda

dijnsd: 28. d.o smorgens kregenw' de Chialoep de kuijper int

gesigt, en hielden het langs de wal, soekende het

zoo ver op te halen, als wij konden, dog hadden

weijnig wind, des avonts Letenw.t kaersen inde

lanteren setten, ten Eijnde de Chialoep ons mogte

bijhouden

voensd. 29. d.o smorgens was het chialoepje uijt 'toog en wij

lieten t zeewaert inloopen met weijnige koelte, dog

tegens den oevind wierd het heel stil, weshalven de

schuijt lieten insetten

donderd 30. hadden redel. koelte, en lieten het zodanig

overstaen

orijd: 31.

1695

Januarij

mo

p=r des middags ten 2. uuren zagen Land voor

sturd

uijt leggen

2. d.o des nagts kregen w' een horde Travaet met regen

d:

gemengt, en quamen onder een vande Talauwtse

Eijlanden karkelang genaemt

3 d.o liepen langs dewal met een stijve wind, en

erd:

sette het voort na Liezong, wanneer mmmiddeus

een praeuw met drie tnannen van laestgen:

Eijland aenboort quam, waer van een overtreedende

ons berigte, dat ontrent 2. maanden verleden

een Corre van Taboekan aldaer was aengekomen,

zijnde Expres van den Coning Marcustalero

afgeveerdigt, om de verdrevene volkeren

van Laloega, dewelke testonden in een getal

ven

19.