closeTerug naar inventaris

Transcriptie

den

Van Ternaten onder dato 10.' Iulij 1695.

onderhorige voonde Negorije manare weder net

gelijke munt betaelt geworden was, mitsgaders

dat'er nog seven man van die negorijs volkeren

uijtwaren, om nog meerder wrake daer over te

nemen, weshalven dien Coning Ernstelijk

recommandeerden, gedagte seven persoonen, om alle

onheijlen te vermeijden ten alderspoedigsten wederom

te roepen, waerom dat land heertije ons berigte

dat sulx tegen zijne wille ende gebod onderno„

men was, klagende wijders over de ongehoorsaem„

heijt der volkeren van Manaren, dewelke met

na hem wilde luijsteren, maer haren gang

gingen Edog was het volk zeijde zijn Hoogh.t

't geen bevorens op karkelang had wesen koeskappen

weder gekeert, wij resolveerden den Corp:l van

vliet, na de negorij haij te senden, ten eijnde de

opperhoofden dier plaetse te roepen, latende gedagte

Corp.l het eijland Lirong inmiddens aengieren, en den

goegoegoe hubing die bevorens na Cabrauwang

gevlugt, en nu weder in zijn negorij wonende

was, Insgelijx ontbieden, wanneer den Coning

en zijne bobatos vriendelijk afscheijt genomen

hebbende, weder na land vertrocken, opgemelte

goegoegoe verschenen, en wij met hem in gesprek

getreden zijnde, betuijgde denselven nu gerust te

leven, ende dat van niemand meer wierde

gemoveert, dat hij in gevalle het Contrarie weder

te geschieden quam, hij dan zijne klagten als dan

aen

21.