closeTerug naar inventaris

Transcriptie

20.

dijnsdag 4d.

Van Ternaten onder dato 10.' Iulij 1695.

van 23. menschen, waer onder 5. vrouwen waren

van daer te halen, wetende ons wijders geen sake

van belang te berigten, weshalven wy hem weder

in zijn vaert. lieten overgaen, waermede zij ook

aanstonts na land schepten, wij raekten eijndelijk

na lang suckelen tusschen d’ Eijlanden Cabrouang

en lierong, alwaer digt onder de wal van het

laest gen. op 13. vademen het anker lieten vallen

tegens den avond quam den Cap:n lauwt vande

negorij scherbobe zijnde eijland genaemt aen boort

die wij te kennen gaven, dat wy een der lalagabe

volkeren op hadden die onderwegen was siek geworden

en vroegen dierhalven off hy wel genegen zoude wesen

hem„ desselfs wooninge te huijsvesten, mits Conditie

vant gene hij benodigt mogte wesen, soude besorgen

waerop Ja geantwoord wesende, stuurdeuwe

aanstonts gemelte laloeger en nevens hem

Chiamverees tot zijn hulpe naland, Immedens

souden wij drie Ilanderen om den schoolmeester

van Cabrouwang te roepen, dewelke Smorgens zijnde

benevens den Coning en bobatos van dat Eijland

voor ons verschenen, bij welke occagie zijn hoogh.t

alten eersten al begonde te kergen over de veronge„

„lijkinge die de voekeren van Haij op korke„

lang zijne onderdanen hadde aangedaen, als

hebbende een vrouw die uije zijn negorij wars

weg gelopen, dood geslagen, t gunt door zijne

onderhorige