Transcriptie
Van Ternaten onder dato 10:'n Iulij 1695.
te slepen, stapten den vendd. zaek verselt met twee
soldaten aanstonts in de schuijt, waermede sig na
voorsz. eijland begaf, alwaer aanland getreden,
ende schuijt alsoo aenboort benodigt was weder te
rug gesonden hebbende, zijnen weg na de negorij
anaren, daer des middags ontrent twaelff uuren
eerst aanquam, vervorderde, gelastende den
Rarinjo eenige van hare hoofden te roepen, om met
hem na des Conings negorij te gaen, wanneer
eijndelijk een hoecum te voorschijn komende,
marcheerde hij met deselve, en voorgeciteerde
Marinje, tot aan zijn hoogh:ts residentie plaets
adebal genaemt daer ontrent des namiddags
ten 4. uuren gearriv.t wesende, al ten eersten
sig ten huijse vanden schoolm.r begaff, alwaer
door den Coning en zijne rijxgroten verwellekomt
wierden, die hem berigte dat 'er meer als
hondert menschen zoo kleijn als groot nog in’t
bosch waren, weshalven gedagte vaandrig na nog
eenige discoersen niet zijn hoogh.t gevoerd te hebben
den senghadje martin Logo panga, benevens
quemelaha, Matthijs mattoega, na voors: weg
gelopene toesond, latende deselve aankundigen
dat zoo zij tegen morgen weder in hare huijsen
verschenen, zij versekert mogte wesen hij die
belhamels welvinden, en haer selver van daer
soude halen, ’t gunt hunlieden ingevalle sulx quam
te geschieden, niet wel bekomen soude
woensdag
29