on

Van Ternaten onder dato 10:en Julij 1695.

waeromme Ook twee vaert. hebbe laten vervaerdige

gelijk mijn Heer heeft aangesz., dat ik met den eersten

soude overkomen weshalven hebbe daermede op den

10.'n Iunij in zee begeven, dog na 16. dagen tusschen

lembe en Tafoere swervens vermits onsuijmig

weder, ben nog tot allen gelucke aande sirand

van lembe aangekomen, hoedanig verder mijn

wederwaren geweest is, hebbe zulx aande

gecommitt.s S.r Pieter alsteijn te kennen gegeven,

die mijn heer daervan onderrigte sal doen, waer aen

mij referdre; en alsoo geen verder Materie hebbe

om dese te verlengen, sal atbreken en &.a onderstont

Ikmijn heers opregte vriend, en was getekent

Philip Anthonisz. ter zijden Manado den 25.

dag vande maand september 1694.

Croenslaet van een Maleijsse brieff

door Taboekans Coning aande E. Heer gouv:r

Cornelis vander duijn en raad gesz. de

dato 10. april 1695. ontfangen den 22.' Maert

daeraen

aanden agtb„, wijse en verstandige

Heer, mijn heer den gawv.r Corn. van d.o duijm

ende den raad, die sComp:s saken inde

Molnccos dirigeren

welpaert

Ik Coning van Taboekan Marcus Calero make

uijt een opregte en zuijvere genegenth.t mijn weder

varen aan mijn heer bekent, als dat ik op den 20.

dag

55.