60.

Eeshalven

Van Ternaten onder dato 10.' Julij 1695

Nog eens deels segt den Coning van Taboekan dat

hij van die slaven niet en heeft geweten, als nu eerst,

sulx is onwaer want dit is een saek van over de

20. Jaren, daer den Coning van Taboekan nog lalende

in aldien tijd geende minste mentie heeft gemaekt

als nu eerst dat lalende bij mij is gekomen, en

daer over gemaand, waer op ik hem tot antwoord

heb gegeven, dat ik die slaven uijt niemants hand

heb ontweldigt, maer door Capena is over gegeven

zoo hij pretentie daer op heeft, kan hij gedagte capena

daer over aenstreken

Tis waer datse versogt hebben, om die sake voor den

Coning van Chiauw en desselfs bobatos aff te handelen

Maer den Coning van Chiauw en bobatos hebben zulx

niet konnen doen vermits hun kennelijk zij dat die

slaven door Capena is overgegeven, maer niet van

iemant ontweldigt. onderstont uEE: geringe dienaresfe

was getekent dona Micaele daliema, ter zijden

Maleijoe den . . December 1695.

Translaet van een Maleijtse briefje

door batchans Coning aan den serg.t Command

tot Macquian Carel Coleur: gesz:, de dato

20. 9ber 1694. ontfangen tot ternaten den

12. december daeraen

Ik send mijne Eele groete aanden serg.t Carel

Command.r op Macquian

Ik versoeke aans:r sergiant mij belieft te helpen

wegens mijn vier weg gelopen lijfeijgen. by aldien

uE