closeTerug naar inventaris

Transcriptie

59

Aan Radja Machomet Alie

Inleiding naar Gewoonte:

Ik ben geinformeerd, dat een Engelsch vaartuig binnen de rivien

van Siccc staat te komen, om daar handel te drijven. Maar, dewijl

de admissie van zulk een vaartuig binnen de uitgestrektheid van

het Siacsche Rijk, gelijk mijn Vriend zeer wel weet regtstrecke

aanloopt tegen den inhoud der Contracten, tusschen dat Rijk en

de Nederlandsche Oostindische Compagnie subsisteerende, heb ik

niet kunnen onderlaaten mijnen Vriend daar van ten eersten

kenniste geeven, op dat mijn Vriend gelegenheid moge hebben

om in tijds tegen zulk eene onderneeming te voorzien door het

geeven der noodige orders en in het werk stellen van zooda„

„nige middelen, die efficacieus genoeg zijn om de admissiebin

„nen sicce van het voorschreven en alle andere Eurofesche vaar„

„tuigen niet met eene Pasen vlag van de gemelde Compagnie

vaarende, en het drijven door de Siackers van eenigen han„

„del, hoe gering ook, met andere dan Comps. onderdaanen of

met die haarer Bondgenooten, tegen te gaan en ganschelijk

te beletten. Ik twijfel niet of mijn Vrierd zal deeze mijne

wesmeenende wiaanshouwing ten hirten neemen en de onderhoorinen

van Siac vermaanen Zigte spiegelen aan de droevige gevolgen, die

het drijven van een ongeoorloofden handel met vreemde Europesche

Natien op Riouw gehad heeft.

Thamat

Geschreven in de Fortresse Malacca den 31. Maart 1787.