Transcriptie
4.
4.
6
te maaken, ten conservatie van de vriendschap, tusschen de magjtige
Nederlandsche Oostindische Compaijnie en mijnen Vriend subsistee„
„vende indien mijn Vriend genegen is om daadelijke blijken te
geeven van de opreijtheid zijnes harten omtrent dezelve Com„
„Pagnie
Ik verzoek mijnen Vriend om mij ook te willen toezon
„den, ’t zij in Contant, dan wel in peper de 868.—. sp: reaalen en
15. —. stuivers die mijn Vriend aan de Compagnie schuldig is
voor de van Batavia ontvangen 112.–. ps. gemeene snaphaa„
„nen, 3.–. ps. fijne geweeren, en 2.–. ps. kristillen waterkom„
„men met derzelven dekzels en schotees dewijl vrienden
onder elkanderen prompt betaalen moeten hetgene de een
voor den anderen verschiet, gelijk ik dat getoond heb met
de onvertraagde voldoening van hetgene mijn Vriend aan
de Gezaghebbers van de door Cafitein Geddel in den oorlog
met de Engelschen genomen en naar Trangano vervoerde
Comp:s vaartuigen geleend hadt. De Peper Kan ik tot
geen hooger prys accepteeren, dan vijf Rs. reaalen voor
het pikol van 100.-. Katjes.
Ondertusschen zend ik aan mijnen Vriend ten teken
van welmeenendheid
ellen rood fluweel, en
lb. Specerijen in soort
Thamat
Geschreven in de Fortresse Malacca den 20. April
17817.—
Aan