Transcriptie
71
Aan den koring, van Gueda
Inleiding naar Gewoonte
De Schaarsheid van vijst hier ten plaatze noodzaakt
mij om weder een schip naar queda te zenden, ten ande met twee
honderd Koijangs van dat graan geriefd te worden.
Ik verzoek derhalven, dat mijn Vriend niet alleen den Capi„
„tein van dien bodem, Roetof Pieterse Hoberg genaamd, prompt
gelieve bij te staan en te helfen in de uitvoering van zijne
Commissie, op dat uij er niet langer dan eene maand behoeve
te brijven, maar ook order te stellen, dat hem de onderdaa„
„nen van mijnen Vriend de rijst niet duurer in rekening bren„
„gen, dan door andere buitenlandsche handelaars, welken mijn
Vriend toegedaan is, betaald wordt alzoo dit een bewijs zou„
„de uitleeveren van de opregtheid der vriendschap, die mijn
vriend in navolging zijner loffelijke voorzaaten menigmaa„
„len betuigd heeft te hebben voor zijne en Hunne oude en
getrouwe Vrienden, de Hollanden
Bereid om mijnen vriend insgelijks alhoos van dienst te
weezen, verhoop ik intusschen eene genegen acceptatie van
de twee voor mynen vriend geschikke zilveren teebakken,
die