Transcriptie
871
Translaat Maleitsche Missive ge„
„schreven door den Koning, van Aangenoor
aan den Wel-Edelen Gestrengen Heer Gouver
„neur en Directeur der stad en Pottrat
„se Malacca
Ontvangen den 25. Maart 1788: —
Silegjing naer gewoorten
Ik geef: mijn wind kernns det ike rijnen Pabenden, Mate Mate,
Nagoda Achmat, en Nagoda Gino of den Panghoeloe van Loekoet met vier
Kakaps naar Malacca zend, om mijnen vriend te ontmoeten.
Ik het een brief van Sulthan Machmoet ontvangen; is mijn Vriend gene„
„gen dat hij met de Compagnie weder verzoende, wil ik wel de middelaar daar
van weezen; dit wil ik tot vergelding van de aan mij beweezen gunst
en betoonde liefde door de Compagnie doen, vermits ik veel aan de Compag„
„nie en mijn vriend verschuldigd ben: dog vooraf verzoek ik dat mijn
„als dan veermaals excurs verzoek, terwijl ik
Vriend geen quaad van mij gelieve te vermoeden, waarom ik verklaar
Compagnies vijand ook mijn vijand te weezen, dog behaagd mijn vriend in
deeze mijne gevinge aanbieding van dienst niet toe te stemmen, wil ik lie„
„ver Stie zwijgen, en nooit meer daar van reppen.
Bij deeze gelegenheid zend ik naar Malacca een quantiteit van
9
twaalf baaren of drie duizend Zes honderd ten aan inktkookers.
Ik verzoek mijn vriend mij behulpig te willen weezen in den in„
„koop van twee Iavaansche Schuiten, al was ’t maar een, voor zoo
veel mijn vriend denkt dat betaald kan worden.
Niets ten teken des levens hebbende dan eenlijk twee schuiten
tins