Transcriptie
233. Wij Condescendeeren in de verzogte afschryvingen
Eerstelik van de bij specificatie opgegeven orijkose
tot het opzetten van des Residents wooning ten bedraag
van ƒ1312: 6: 8, gelyk ook van de uwe daar toe gezonden
70 0 p.s boschplanken, 16 ps inlandsche backsjes en 12:
p:s dakribben
Ten tweeden van derds 162: 24 Tice op onze qualifica
„tie tot premie zin verstrekt aan zes en twintig in de be
„handeling van het Canon geperfectioneerde inlandsche
Militairen
En ten derden van den Eds 2: 39:- voor kasfaatloon van
de sloep de Johanna uitgegeven.
224. op het gene im 721en 22: van uE gemeenen brief van
Den 26 Februarij en het daar nevens overgezonden Rapport
van den naderen opneem van Comps: effecten gender, met
„gaders in de bij het P: S: der gemeene adviesen van den
7 Maart daar aan genoteerde verantwoordingen van
Capitain vetter en vuurwerker Schutz, relatief tot de de
„vorden differenten tusschen den opneem onder ultimo
Augustus 1786 en de Negotie boekjes van Riouw, voorge
„bragt is, zullens wij ons na de examinatie van die besche
„den verklaaren en remarqueeren by deezen eenlyk dae
voor zoo verre de abuisen of omissen geduurende uwle
aanweezen ginder gecommitteerd zijn, het ons geen genoe
geeft dat uwe doe niet heeft onsdekt of geprevinieerd
dewije uwE vooralles inde Eerste plaatze responsabiti
§ 35 De bij uwe brief van den 9. Februari 78 gemelde
rds 11¼ aan den Mattroos Johan Fredrik Steeling C=r
„peteerende gelyk ook de 50:- ros geschikt voor twee of
de bark de standvastigheijd bescheiden, dog volgens ul
brief van den 7. Maart weg gelopen inlanders zijn hierte
rug ontvangen
§ 36. De Soldij rekeningen van de bij uwe brieffen
den E
D