Transcriptie
Den 29. September
ook kunnen weezen dat zij door den vijand genomen waren, maar zulks
kan ik niet wel denken, vermits zulke klijne vaartuigen altoosan„
„der de wal konde komen; Wel-Edele Gestrenge Heer toen de Chi„
„neeschen hoorde dat ik ryst in hadt wasse de menschen zeer verblijd
maar gaven voor dat zij geen geld hadden, egter heeft Capitrin Chinees
my verzogt aan geen ander de ryst te verkoopen dan aan hem, en hij zou
wel maaken dat hij contanten hadt, heeft mij hondert veertig Spaansche
maten gepresenteerd voor de koijang hetwelk ik niet heb willen aan„
„neemen vermits het te veel is, tans heb ik voor veerten koijangs con„
„tanten ontvangen en krijg voor de Koijang honderd Spaars, maar som„
„tijds moet ik wel wat naar het geld wagten het geen mij Somtijde
doet denken door den een of den ander bedroogen te worden van niet te
betaalen, en zoo dat eens kwam te gebeuren dan was ik zekerlijk aanspre„
„lijk daar voor, terwijl zijn mij zoo veel hebbe gepresenteerd heb ik de
rijst gezet op honderd paans, waar over zij wel te vreeden zijn
zoo het myn mogt gebeuren dat ik eens bedroogen mogt worden het
zij door valsche munt ofte door geen betaaling, dan kan ik zoo
veel schade niet hebben, wel- Edlen Gestrenge Heer wat de kas an„
„sioen aangaat heb ik nog niet verkogt als ik dezelve aan presenteer
word mij gezegt dat zij lieden daar wel van voorzien ben.
Bekend gemaakt wierd door den Capitain Chinees, dat hij tijding
had ontvangen door een der Chineschen, dat wanneer hij eenige adh„
„stentie aan ons bewees, dat de Boegineeschen zoude bij hem komen en
verbranden al wat dat 'er was, belijde hier op scheepsraad, waar in
goed gevonden wierd om twee geprapende sloepen het revier op te ven„
„den, om te verneemen waar of de vijand in zoude kunnen komen,
bevonden als doen een canaal genaamd Conne Troesan, waar drie
plaatzen
Den
D