closeTerug naar inventaris

Transcriptie

t

togt

den opstal, en ’t verdere dat tot deredout op damme

vereijst werd, hebbenwe alhier inde Chialoep

Rossinggn. meergenoemde brandgans, ende verdere

vaartuijgen doen afscheepen, en blijven in mening

dat bij VE=s de benoodigde Calcq genoegsaem zal

in voorraad zijn,

de Chialoep Rossingeijn al mede dan met eenige

houtwerken en 36: Coppen belaaden sullenwe

op over morgen tot VE=s afvaardigen, onder belasting

dat denselve tot keffing aangiere op dat die vande

Iavaanse bode, daar door werden gewaarschout

om hun bij tijds tot de dammase togt, in banda

te laaten vinden gaande nu met dese Chialoep

overveertig jnlandse knegten, sullende dengantschen

hoop van hier af testeken, in alles met de

Europiaenen sterk zijn 420: Coppen,

vande twee rottings met Silverbeslag, die mosten

overgesonden werden, is ons maar een terhand gesteld,

waarom met d’ eerste gelegentheijt, de andere

mede sullen verwagten,

Beraakende 't perk Bojauw, hebbeuwe mede

gesin, dat VE=s tot tweede borge vanden Coopm=

S=e Johannes d’ Hartog, hadde geaccepteerdt

desselfs schoonmoeder 't welk wij ook voor wel

gedaan sullen aansien, zoo VE=s daar in geen

swarigheijt en maaken,

verte

N

1

den getal, en ’t verder require„

rende tot de Redout is in de

hoeker, en Chialoep Rossingijn

afgescheept

Excepto de kalcq die van band.

sal dienen gesonden te werden.

de Chialoop Rossingeijn staet

mede te volgen.

den selven sal keffingh

aengieren om reden

420 Europianen als in

landtsche krijgers staen

afgesonden te werden.

van 2 bewuste rottangs is

maer den overgekomen

d’andere werd nog verwagt

wegens de borgen voor het

Perck bojauw.