closeTerug naar inventaris

Transcriptie

21

Meldende

Eerstelijck dat hij op 18=e februarij van

batavia op bantem geretourneerdt

zijnde met een jongen regerenden

coningh een samen spraak hadden

gehadt die hem verhaalde dat de

engelsen de onlusten tusschen hem

en zijn vadersogten bij te leggen

uijt vermoeden soode nederlandtse

comp=e hem Jongen Conincq te

hulpe quam sij dan van bantam soude

moeten delogeeren verhaalde vorder

hoeden ouden Coningh of de zijnen een

vaartuijgh niet beesten door den

attestandt nevens een breeff van

zijn hoogh=t naar bataviagesonden

Jtem een vaartuijg met rijs vanden

bataviasen borger Jan vrij gaande

van batavia naar bantam hadden

doen aanslaan

Den tweeden wilt hij declarant door gerug„

ten dat den jongen Conincq de heeren

engelsen hadden versoght en gelast

al haar kruijdt voor hem te bewaaren

maar Jntendeel hadden zij in't aansien

van hem attestant op verscheijde tijden

200 vaatjens buscruijdt naa tirtiassa

gevoerdt naderhandt was den attestant

berigt dat den Jongen conincq het

kruijt vande Engelsen versoekende tot

antwoort was gegeven dat den ouden

conincq het haar altemaal hadde af„

gehaalt, waar op door het volck

vanden Jongen vorst haar logie

gevisiteert en nogh twee en tsestigh

vaetjens