closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Bantam Den 18:' april 1729.

Desselvs reecq: in 's konings pakhuijsen had laten

inslaan, en bij de overheeden van ’t vaderland

billijke weijgering der over

heeden van’t vaderland

getrouw om stoffige peper

te ontvangen

getrouw ten regten met onse voorkennisse ge„

„weijgerd geworden is voor reecq: van de Comp:

te ontvangen inden voorleden welk wanneer

oegin gemaakt dien bodem

te beleeden

op Coessoema diradja's versoek eerst met peper

in dien bodem te scheepen gemaakt is gewor„

den een begin zulx dat men de scheeps overhee„

maintenhie de gem: overh

den bewresen.

„den na billijkheijt daar omtrent ook heefft

onsewrorrek

gemaintmeerd, te wensschen zijnde dat deselve

alle die alhier om peper kwamen wanneer

zij vermeenden niet wel behandelt te werden

tijdig klaagden, want wij als dan, en andere

en vorscheringe

niet, in staat zijn haarde behulpsame hand

te bieden, en te besorgen, dat hunlieden den peper

zuijver en droog met den gewoonen uijtslag

van twee ten hondert ten genoegen toegewoo„

„gen werd na den ernstigsten vlijd van den ge

zaghebber, die het lieff is dat zijn gehouden

genoegen vanden gesaghebber

conferentie eerst met meermelten pangerang

Coessoema diradja, en naderhand met denselve

en den rijksbestierder pangerang Pourba nagara

bij uw Edele groot agtbare van meerder billijkheijt

is bevonden, als het sentiment van den gedagten

affgeleeffen.