closeTerug naar inventaris

Transcriptie

275.

Van Bantam onder dato 21:' November 1729.

Dat zij gisteren morgen, ziende dat 'er een

Europees door eenige inlanders na de wooning van

'skonings zoon alhier, pangerang Radjani„

grat, gebragt wierd, sig derwaarts begeeven, en

voorde deur komende gehoord hebbende, dat 'er

inlanders binnen ’'s huijs waren, die hebben wil„

den dat gemelten Europees soude doedoeken, off op

zijn duijts gesegt zitten, off knielen.

Dat zij deponenten de deur hebben opengestooten

mitsgaders aldaar toen vinden staan, sonder zijd„

„geweer, nog koed, even als een verlooren misdadiger

den soldaat Tan hebbius, tusschen een goed aantal

gewapende inlanders, waar van 'er een den eersten

deponent in't binnen komen bijkans met een

prek zou doorstooken hebben, was die niet opge„

slagen geworden, door sekeren kiaria, off ’t hoofft

van die knapen.

Dat zij deponenten gemelten helbens uijt de han„

„den van dese swarten gered, en ook op affvordering

wederom gekregen hebbende zijn hoed en Deegen

zij denselve daar mede na zijn bescheijde post hebben

laten gaan.

voorts dat toen zij de pagger inkwamen gem„te

konings zoon en passant van agteren gesien hebben

even