closeTerug naar inventaris

Transcriptie

11.

Van Bantam Den 2.' Maart 1730.

zulthaan aan hem Sikanbing twee hondert spaanse

realen gegeven tegens drie gelijke rijxdaalders intrek

sulx is gerekent op ’t ge„

kent Capitaal.

p=r maand, dog soude hijk kambing voor al ’t geene

door hem voor den sulthaan wierd bearbeijd, ’t zij

goud ofte silverwerk, zijn arbeijdsloon naar de bil„

„likheijd genieten, maar aangesien voorm: Ssikam„

„bing thans weggelopen, en sig alhier tot Batavia

onthoudende is, bij hebbende alvorens de wooningen

van Padoeka sirij sulthan daar en boven nog verkogt

zoo versoeke seer instantig aan den heere gouvern=r

generaal, ende de raaden van India dat sikambing

des mogelijk en billijk zijnde wederom naar Bantam

mag gezonden werden, sijnde desselvs voorgeeven, dat

Padoeka Sirij sulthaan hem eenig arbeijdsloon schuldig

is met de waarheijt quadreerende, want den Zulthaan

moet hen nog ’t een en ander voldoen, waar van

de reecq: nog niet was opgemaakt, dog sal het selve

naar te gedagten van uw hoog Edelens dienaar soo

veel met bedragen, als hij cambiena wel komt voor

te geven, weshalven uw hoog Edelens dienaar versoekt

dat hij Cambieng naar Bantam mag gezonden wer

„den, om ’t avond off morgen met den Padoeka sirij sul

thaan te kunnen verreekenen ten overstaan van den

commandeur tot Bantam, alsoo Padoeka Sirij

Sulthaan