Transcriptie
den
Van Banda den 17:' Maij 1690.
veel doenlijk naer kragten en vermogen is, en wierd
g’excuseert
—
5.
heden avond lieten nog 2. â 3. der voornaemste
Orangkaijen deser Negorije bij ons roepen, dewelke verschenen
en mij verwellekomt hebbende, ik gelasten dat inderijl
alle de orangkaijen van de om her gelegene Eijlanden
en Negorijen, onte komste souden laten verwittigen, ende
herwaerts ontbieden, 't geen aen namen, morgen ogten
opstonts te volbrengen
den sergiant verhaelden nu ook, dat aende oostkant deser
Negorijs 4. burger Chialoepen ten anker lagen, waeronder
denburger pieter de meijer, met de Chialoep vanden
medeburger Iacob van kordan, dewelke op den 6.en Maert
hier gearriveert was, en nademael bij desselfs pascedulle
niet en bleek, dat op aromt vermogt ten handel
komen, soo hadde gemelte sergiant goet geoordeelt,
vermits niet regt wist, hoedanig daermede te handelen
alsoo desselfs Jnstructie hier van niet vermelde
voornoemde Chialoep, tot onse komst, die dagelijx
te gemoet zag, in arrest te houden.
donderdag den 6.en april met het aenbreken vanden dag,
hebben
119