closeTerug naar inventaris

Transcriptie

donderdag 13.

Van Banda onder dato 17:' Maij 1690.

geloven, alsoo anders hier alverschenen souden zijn; gelasten

nu mede de orangkaijen van wammer, tot ons vertrek

hier te blijven, ende nog niet naer hun negorij te gaen

nademael gesint waren haerl: (bij aldien de Cabroors

ondertusschen dat na de winst mosten wagten, niet opdaegden)

over haer goddeloos en verradelijk moorden, nog ernstig

te bestraffen. de weste wind waeij hier dagelijx nat gety

van’t Iaer, ongemeen sterk door, en veeltijds met travaden

en buijen, waeromme genoodsaect zijn, alhier nog te blyven

leggen

d.o tegens den avond komen de bewuste Cabroors, niet ontrent.

30. sepiers, hier voor de negorije ten anker, liet aanstonts

eenige harer principaelste orankaijen ontbieden, dog

quamen onse uijtgesonde, in’t kort wederom, rapporterende

dat gedagte Cabroors hadden gesegt, niet bij off ontrent

ons te willen verschijnen, veelmin met ons spreken;

stuurden andermael 2. â 3. der principaelste orankaijen

deser Negorije derwaerts, om haer aente seggen, dat wij niet

hier gekomen, waren, om haerluijden schade ofte nadeel

maer ter Contrarie, om rust en vrede onder alle

dese landsvorckeren te soeken, jtem was 't mogelijk haer

met haer partije ook te bevredigen, dog indien van deselve

badetoe

vrijde