closeTerug naar inventaris

Transcriptie

9

berigten van den Onderkoopman Boers en hoe zeer wij bij na niet twijffelen kunnen of

UE. zullen van dit geval reeds lange kennis hebben, hebben wij niet te min ge„

„meend wel te doen van deeze berigten aan UE. te zenden. Wij hebben ook daar

van kennis gegeeven aan de Ministers van Paleakatha, blijkens de Copij brief

die nog hier neevens gaat, en waar bij dezelve zijn verzogt om ter spoedigsten na

Mergien te zenden de brieve aan Capitein Araale en den Onderkoopman Boers

die in Copij hiernevens gaat, met een Copij van de daar in geslootene brief

aan den Onder Kooning van Tannaseram. Wij hoopen dat zoo de Chialoup

voornoemt tot nog toe in Mergie mogte zijn aangehouden, deeze sappen

door ons gedaan, de verlangde uijtwerking hebben mogen niet te min en in de on„

„zeekerheid daar van, verzoeken wij UE. om ook van hunne zijde te willen

neemen alle zulke maatregulen, als uE. na maate van de daar van ontfangene

berigten zullen oordeelen, meest te kunnen strekken, ter bevordering van ’t

spoedig vertrek van de voorsz: Sloep naa Ceilon.

Waar mede na vriendelijke groete blijven /onderstond/ Edelen, Erntfesten,

Marhaften, wijzen, voorzienigen, zeer Discreeten, uwer wel Edele Du: vierd en

Dienaaren /was getekend/ W. J. van de Graaff, P. Huijsken, F. J. Billing, C van

Angelbeek, en C. I. Stweuder. /in margine/ Colombo den 14. Augustus 1786.

/onderstond/ Accordeert /getekend/ B. L. van Zitter E. G. Klerk

Translaat Maleitsche Missive gedekooven

door Sulthan Mansoer benoe Iutzhan Suij„

„noel Abidien, Koning van Frangano, aan den

Wel-Edelen Gestrengen Heer Gouverneur en

Directeur der Stad en Fortresse Malacca

benevens den Raad

Ontvangen den 29. October 1787.

Inlijding naar gewoonte

Ik Ladoeka Trie Sulthan geef mijn Vriend en Raad kennis dat

ik ontvangen heb een brief van den Heer Gouverneur Generaal en Raaden

van Indie, waar uit. mij gebleken is dat den Heer Gouverneur Generaal en

Raaden