closeTerug naar inventaris

Transcriptie

leerendwillige dienaren, een Extract bekoemen heb„

„bende uijt een brief door de heeren gebieders herwaarts

gesonden behelsende het beladen der scheepen:

en vermits uw hoog Edelheedens, bij extract uijt het

geresolveerde, hebben gelieven goed tevinden om de

ondergeetekendens te ordonneeren om hunne advesen

en sentmenten omtrend dat poinct optegeeven

so hebben deselve gesamentlijke op de periode behel„

siende de garmerings der alhier beladene scheepen met

konnen vinden dat nadeelig zoude zijn tot bederf

der onderlagen terwijle zij gesamentlijk oordeelen dat

wanneur een schip buijten zijn buijkdelling gegarnierdt

is op de hoogte van 16. tot 18 duijm een bequame hoogte

is om het daar op geladene te proserveeren voor het

water, want als uw hoog Edelheds eensgelieven na tegaan

dat de hoogte van de kusten vlakte of vaste huijd van

het schip tott de buijkdelling toe is door den anderen 18:

duijme waar by gevoegt het garmer 18 â 19 duijm maak

te samen 37 duijm, het welk de spasie behelst

oe het inkoment water tebergen, en gevolglijk men

altoos tijd genoeg heeft om sulks door het pompen

voor te komen eer het so hoog koent aante wassen

en wee principaal so onse heeren gebieders konden

goed vinden om op zij van de grote mast gelijks dek

nog een paar pampen te plaatsen buyten de pomper

van agteren en voortaan ware dat men door

sware storm en winden overvallen zijnde so swaar met

het schip over haalde gelijk het gemeenlijk geschied dat

het met zijn seij boort onder water blijft leggen,

zijnde dan onderworpen dat water dat in het schip

komt komt in zijne kinnen blijft staan terwijl het

selve na de poepen niet kan zakken, en zulk in prin„

cipaal de ware oorsaak van het bederfen schade die

de comp: komt te leijden, alschoon het met dubbelde

matten is voorsien en daar en tegen met 3 â 4 dik Siams

„hout want men winig af geen Exempelen heeft

dat scheepen die niet overvallen zijn van stormen een

bederf door al te Lage garnierings hebben konnen te

Lijden, terweijl men ook suctineert dat almas een

schip 3 â 24 duijm gegaanneerdt dat het bij sulke

Inde

gekeegentheeden het selve zoude zijn, gelyk eerst

geteekenden

347

375