en

Zijll

en

uijt uE: schrijvens van gisteren is mij

van

gebleken dat de provisie, rijs daer ten

eijnde is, sulcx wij het van onsen plicht

hebben geacht het Comptoir Lonthoir

wederom te besorgen, ende p=r steenbock

jegenwoordigh derwaerts te senden vier

Lasten witte rijs ende 42000: p=s Pago

sullende de reste van het gevorderde als

tscheepjen nederhoorst vertrocken is.

p: dat wij staet maken op maendagh

aenstaende sijn dephecie Erlangen sal:)

voldaen werden

d’moren Taboui en mau, sullen volgens

het gewijsde nu met het voorn: scheepjen

mede moeten vertrecken, alsoo dat gespuijs

van volck hier geen goet doet ten ware

den Eenen die sieck is sijne krachten

het niet toeliet andersints moet hij al

mede wegh wesende sij Lieden niet te

goet om hun fugatieff te stellen

—

het factuirken van. geleverde noten

muschaten tot ourien, verwachten wij

spoedigh alsoo onsen opper-Coopm: mons=

van Breugel de generale factura geenne

verte

167