closeTerug naar inventaris

Transcriptie

dogh ’t onverrigter saecke

weder geretourneert

dat uE.s van provisie disti„

tuijt zijn, is ons gebleken

in voegen mits desen de noo

geadsisteert werd.

kalck, Parthije Smeekolen, een vat Vees, een

Slaeff, en een Slavinne, oock eenige Specerijen,

gelijck uE=s uijt onse missive, en Cognoscemente

daer van affgegaen, en hier ingeslooten, believen

te zien, daer aen wij ons kortheijdts halven ge=

dragen, sedert welcken tijd is het genoemde

Chialoupie op den thienden deser hier weder

onverrigter saeke binnen komen zeijlen, vermits

door onstuijmigh weer geen zee konde bouwen,

en mede reparatie vereijscht.

Op den 16=en daar aenvolgende is u E=s aengename

schrijvens van den 10=en Julij met de Chialoep van

s„r Jacob van Cordan hier wel aengebragt

daar uijt gesien hebben dat uE=s provisie van

Rijs voor den Treijn mede gegeven, ten

eijnde geraakt is, ende de vier lasten, die voor

de Posthouders aldaer mgeten blijven, hebt

beginnen aen te tasten, en dat gevolgelijck

aen dat graan u E=s soude komen te manqueren

in gevalle in tijdts daer van niet wierd ver=

sorgt, ’t welck ons ter herten hebben laeten gaen

depechierende dit overkomende Jachtje de Rogh

in alle spoet soo veel ons mogelijck, en doenlijck

is geweest, daar in wij voor de uijtgesette krijgs„

magt hebben doen schepen

Ses lasten Rijs,

Seven hondert kannen aracq

Een vat vlees

hondert Connen kalcq.

Parthije Smeckolen

Prn