closeTerug naar inventaris

Transcriptie

49.

Van Bantam Den Laatsten april 1729.

aff te wagten derselver g'eerde dispositie, alsoo

men sijn majesteijt hoe bereijdwillig wij den

selven ook tragten te believen daar in niet

hebben durven te gemoet komen, dewijl uEdele

„voorsz:

groot agtb: mooren hebben believen na Batavia

te ontbieden, met haar belegde stucken en docu„

menten ten eijnde haar verschil aldaar voor

den regter gedecideerd en aff gedaan wierd in„

„dien genegen waren aldaar te procedeeren.

’t geen wij voor ’t naatste geloven van neen,

maar dat zij, integendeel van voorneemens

zijn haar te sullen laten bevreedigen, indien

nedele groot agtb: het voorsz: versoek van

zijn majesteijt goed gunstiglijk believen te

consenteeren na den kertelijken wensch van

denselve, en de gedane instantien van par„

thijen, invoegen bij haar requesten aan ons

gepresenteerd kan gesien werden, die wij in

copia met de resolutien successive over die

mooren genomen, item het rapport van den

opperchirurgijn deses comptoirs en wes

meer betreffende den laatst gemelte desen la„

ten versellen tot g’eerde speculatie van

uedele groot agtb:, dewelke men ook niet

onthouden