closeTerug naar inventaris

Transcriptie

103.

Van Bantam onder dato 10:' Junij 1729.

in haar te rugreijse na herwaarts geen rescontre

van roovers meerder gehad hebben, voor onderstellende

wijders, dat het gem: overwonnen gesoncken rooff

vaartuijg wel veertig man sterk geweest is, voorsien

zijnde met bassen, en ander schiet als steek geweer

waarvan de relatanten seggen tot buijt gemaakt te hebben

2. bassen

74. houte werp spitsen off Iagershouten

Tos

5. ijsere

5. vergiftige steekbamboesen

1. krombekkige piek

3. Iavaanse pieken, en

2. schilden.

onderstond, aldus gerelateerd tot Bantam den 9.' Junij

1729. ter presentie van W: P: Bax p:l adsistent en G: Dieulefict

soldaat aan de per, die de minute deses nevens de relatanten

en mij eersten clercq hebben ondertekent /:onderstond:/ accor„

„deert /:was getekent:/ M:s Wilshuijsen D: clerq.

Register der panieren gaande opheden

van hier na Batavia geconsigneerd aen

zijn Edelheijt, den hoog Edelen gestr: Heere

Mattheus De Haan, gouverneur ge

„neraal, en d’ Ed: heeren Raden van Nederlands

India Namentlijk.

opgem: haar hoog Edelens van den oppercoopman

N:o 1. origineele missive aan

Iohansautijn gesaghebber benevens den raad

alhier de dato heden.

„. 2. verklaring wegens de gesteldheijt der gescheepte 2500. bhaaren swarte peper

in’t thans vertreckende schip de stad Leijden.

„. 3. cognoscement van dies bedragen en wegens ’t verder geladene

in opgemelte bodem

4. Copia gerecoleerde twee stux examinatien van een slaaff

en een slavin, die thans overgaan.

(:onderstond:) Bantam Den 14:' Junij A:o 1729.

(:lager:) accordeert (:was getekent:) M:s Wilshuijsen e: Clerq.

Batavia