closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Bantam Den 21:' Februarij 1730.

Pangerang coessoema diradja, repliceerde dien minister

dat den zulthan, en ook hij selve te gebruijkelijkheijt

van ouds der rabbatreekening niet konde contradicee„

„ren, om dat se te wel bekend was, maar dat sijnen

meester ’t goud van particuliere negotianten goed koper

kunnende inkopen, en bereijds inkoop gedaan hebbende

die specie ongetwijffelt in het vervolg niet meer vor„

deren soude van haar hoog Edelens, voor welkers gene

„gentheijd sijn zijn majesteijt had laten betuijgen des„

„selve dankbaarheijt, en dat verwagt had het paijement

als ten tijde van den prointerim gesaghebber Ioan de

Roode sonder rabbat in reeckening soude gebragt zijn

geworden, sonder te willen begrijpen den E: De Roode die

mindere aanreek„s d: E: Comp: heeft moeten te goede doen.

Brenger deses is kiaria radja Padana affgesonden

door sijn meester, den zultkan om te verneemen, off

van de Comp: voor reecq: van die majesteijt kan

gerieft werden met een hondert Bantamse coijangs

rijs, die groot is circa sestig picols tegen een kon„

„dert sp=e realen ijder coijang, off anders te versoeken

licentie om dat graan na eijge welgevallen te mogen

kopen van particuliere tot Batavia te welk zijn

hoogheijt belieft hebbende uijt sijne name, en groete

uw Edele groot agtb: voor te dragen, zoo geschied sulks

dij.

5.