Transcriptie
Van Bantam Den 21.' Februarij A:o 1730. —
Bij desen met toezending van het rapport der sodanige
gecommitteerdens, als vrugteloos den 19: deser geweest
zijn ten hove om sijn hoogheijt te tragten van die
nadere instantie op een welvoegende wijse te dier„
teeren. —
De scheepen, die 't sedert ’t affgaan van onse Iongst ge„
„meene advijsen aan uw Edele groot agtb: van den
4.' deser Bantam gepasseert zijn, zijn geweest
twee na den westen; als een op den 7.e en een den
17:' deser benevens een sloep, item na de oost, een
den 7:' twee den 10:' en een den 16:e mitsgaders op
den 19.' twee vreemds scheepen komende uijt den
Noorden west heen Zeijlende.
waar mede dese besluijtende verblijven met schuldig
respect /:onderstond:/ hoog Edele gestrenge wijd ge„
biedende heeren /:lager:/ uw hoog Edelens pligtschul„
„dige dienaren /:was getekent:/ Ioh:n Sautijn
M:r de Graaff, J:n Steenwijk in Simongroenevelt
/:in margine:/ Bantam Den 21:e Februarij 1730.
Rannort gedaan aan den E: heer
Johan Sautijn oppercoop„
„man en gesaghebber te deser beset„
„ting door de ondergetekende
administrateur