closeTerug naar inventaris

Transcriptie

232

Van Ambeina, onderdato 27:' 7ber: 1742.

wulen gunstig voorschr:s aan welgem: haar hoog Ed„s

den eynde alhier te mogen ontfangen de door

hem te goed behoudene saldas op desselfs bereets

in den Jare 1716 om op de rolle van authori„

satie te kannen gesteld werden al van hier

naar batavia onder ’sComp:s Secretarieele

Papieren roenma als overgesanden afge„

slotene Soldij recq: waar van hy egter

tot Leeden nog geent minste beschid

heefd konnen erlangen niet jegenstaande

door hem schrender dit syn versoek in den Jare

1733 alts gerenoveert als die van amelia

Metsler wed:e en Boedelhanster van den

poekhouder sitjen Geerloff Wiltschult ten dee„

rende dit laaste omme insgelijx tot Joulaas

van haar armoedigen stoat alhier mede te

mogen en kannen ontfangen het geene Jaarer

vverl: Man op de door hem in den Jare 1720. al

gerevoceerde en aan desselfs in A„o 1789 door be„

reets in den Jare 1716. tot Enkhuijsen overl:

Moeder Geersjen aris getrouwt geweest

niet sekeren ran dienste van den nederlandse

staat als schrijven gedient hebbende Geerloff

wiltschut gedane drie maandige verma„

king dewelke alever alhier opt bekomen

g'eerd aanschrijvens der Ed: Agtb: heeren bewind hebben

ker