closeTerug naar inventaris

Transcriptie

179:

ik hem, waar dat hij gevallen was of dat verre geen was en hij antwoorde dat het

verre in de boswas langs de revier, daar op ben de andere vier militairen bij gekoo„

„men bij de rivier, en ik had haar luijgevraagt of sij de corp=l gesien hadden, maar sijam

woorden dat sij hem gesien hadden in de bos maer waar hij gebleeven is dat wisten sij

niet, of hij leeven of dood was, en dat begunt donker te worden, en wij durve niet

langer blijven, door de menigte van ’t volk en weer over stuure gedaan, langs de

strand en wij hebben geroepen en om hem te soeken, maar niets gewaar ende schuijt

buijten om geroeijt, 'savonds ten 7: uur weder aan boord gekomen die nagt over gelegen,

tot 'smorgens met den dag de schuijt weder na land geroeijt en daar langs de wal om

te sien maar niet gewaar als dat volk daar in de bos geschreuwen, 'savonds ten 10.

uuren vertrocken van daar na zee en om verders toe vernemen wat voor volk die

daar geweest ben, 'smiddags ten 12: uuren den 13: 8ber: voor waroe tot ankers ge„

„komen, aan ’t land gegaan met de schuijt om na te vragen of dat sij nieten wisten

wat voor volk die daar na hotte toegegaen was en den orangkaijo met zijn vrouw

en de capitain van de negorij sij berigten als dat volk van de negorij De Nama waaren

zij wilden na hotte toegaan om negotie te doen maer als sijl: in de bogt van Singoa

of Talenga de Pantchiallang gesien daar op ben zijlieden in de revier opgeschept en

sij ben daar gelegen twee dagen en dan weder na overstuur gekomen na Waroe en

verders om na haar negorij gegaan zoo hebben sij aan de orangkaijo berigt dat de

pantjallang in de bogt van Talengo of Lingoa gelegen hadden, en daar op vrij

presumeeren dat volk is, die daar tegen ons opgestaan hebben, want sij hebben

daar geweest met twee correcorren met rantakken en snaphaanen,

Alles met submisse bijvoeging van versoek dat aan hem als eenigen voogd over

des overleedens soontje, en oudste tweede stem der negorij, dien rottang, en daar mede

dan ook ’t gesag dier negorij gelaeten mogte werden, tot tijdt en wijle evengem: zoon

tot meerder Jaaren gekoomen sijnde, deselve wederom van hem soude kunnen overne„

„men ’t welk in soo verre door sijn Ed: agtb: ./. als reeds nuw vier Jaaren ’t gesag ge„

houden hebbende ./. geaccordeert wierde die teffens dien rattang denselven weder

overhandigde onder recommandatie om ter gelegen tijdt ter behoorlijke bevesti„

ging zich op Amboina te vervoegen dat aangenomen, en voorts op vraege door densel„

ven berigt wierde, dat die volkeren door welken opgem: cruijspanthialling na

inhoud van bovenstaand Extract Iournaal met Tjakkelillingen op strandt als

waare uijt gedaagd van de negorij Nanama en Rarakit geweest waare, waarom

dan ook sijn Ed: agtb: goed vond denselven in ’t vriendelijk aan Boort te houden

en na derwaarts mede te neemen in diervoegen dan om halff 12: uur mits tegen

vallende stroom, even beoosten den wester spruijt van ajar massiwang weder

anker wierpen, terwijl in tussen den vis orembaaij, zoo een goeden vangst aanbra„

„te dat daar van den gansche vloot voor eenige dagen voorsien en bij allen een vroo„

„lijken maaltijdt gehouden wierde na welks veele sich om water nade begaven, en

op

es

ler

in

s

iet

gt

1

en

er„

ten

ond.

on

zijn

1