closeTerug naar inventaris

Transcriptie

zoigne en arbeijd, vermits den meergem: radja van Werinama aan den a„

komende door ’t laesten staan van den gom en tijff des negorijs volkeren te s

„men riep en zich met allen uijt den negorij retireerde tot dat kort na dat

de orangtouas weder afquamen, den Radja in sijn huijs en de volk

ren op den balleuw te rug brachten en alles in dank accepteerden,„

„der Excuis zoo wel aldaar, als nader bij sijn Ed: Agtb: aan boordt, dat allen

van de oorsaak waere, dat hunnen radja geen drinken gewoon, door ’t en

ander hem bij dese gelegentheijdt toegebracht wat bevangen, en buijten

spoor geraakt waare met verseekering dat er niets soude wesen, de

thans gemaakte vreede met hunne gebueren storen soude; na welk

den orangkaijo van Hattoemetting /:op versoek:/ voorsien van een vlag op zijn

vaartuijg na sijne negorij, En die van Werinama beschonken met eenige

stukjess Lijwaet in recompens van een aan sijn Ed: agtb: geoffereerden slaeff„

de hunne vertrocken, terwijl intussen den Land wind allenskens zeer horee

savond.

„bel uijt den N=d doorkomende, vervolgens om g uuren anker geligt, dese onrustigen

„gorij verlaeten en den Courss op den peijling van ’t midden van de hooge bergvan

Haija W=t 2 L=o op den bocht van Haija W: N W=t gesteld wierde, tot dat om hatfe

uur 's nagts stil werdende, de riemen weder te baat moesten neemen en tot.

Vrijdag Den 4. d=o Wanneer met sons opgang de orangkaijs van Haija Familaur

en Halihahoe met een Corre Corre in den vloot, en bij sijn Ed: Agtb: aange

„men kort na dato ook weder gedeprcheert wierden, onderwelks den win

uijt den Z: W=t variabel tot N W=t met frisse Coeltans door komen

als ook den stroom tegen vallende sulks onse roeijers een vrij swaa„

„ren arbeijt veroorsaakte tot 'snamiddags wanneer tussen ’t boompjes

Eylandende wal passeerende ’t om halff twee uur even bewesten oud Haid

moesten zetten, alwaar sijn E: agtb: om halff t uur aan de wal stapte en nader

gorij eens doorgewandelt met de regenten een pijpje gerookt en intusster

zig ten genoegen tot berigt van een goeden rust en vreede zoo onder den ander

als met hunne gebeuren bij deselve geinformeert hebbende, met sons onts

gang weder aan boord quame, en met ’t Eerste glas in de Eerste wasts

„vonds halff 9: uuren de stroom mede vallende met ’t Lughije uijder

N=o wederom anker deed ligten en den Courss om den W: Z: W=t stellem dr

dat met de 7: glasen der banken van Oemepoetij passeerden m

meer en mindere voortgang na ’t doorkoomen van de Lugtjes diers

blijvende tot

Saturdag den

Neder

5: anneer 's namiddags om teegen wind en stroom onder tusschen Saras

„louw en atta op den Peijling van ’t Eijland Nussalaut in ’t Z: W=t 2 p=ter

den 1 van Amahaij in ’t W=t '2 Z=d ten anker quamen, tot 's avondsteg

6: uur dat den stroom gekeert onder den wal heen roeijende weder reijs w

derden en.

Sondag

6