closeTerug naar inventaris

Transcriptie

ƒ 19:

„plaats zenden. dezen Moetalib heeft de onwetende ge=

Verhaal van gem: Rockoes Broe„

„der waar dat die zyn wapenen

speeld, dog het geen door hem is verhaald staat bij het Hongij

kruijt &=a bekomen heeft.

Dag Register onder dato 19: December aangeteekend, onder

anderen dat Noekoe geen wapenen nog kruijt en Lood van

belang op ceram gebragt maar dat de Cerammers en

Gorammers het een en ander bezorgd hebben, en hoe de

daar aangekomen zouden zijn het welk boven dienv

dat oek gevenden werd lij een Dag„

Register der Molucse gesanten.

„toond word bij een onder de Bijlagen gevoegd origi

„neel Arabisch Dag Register der Molucse Afgezan„

ten na Geram, waar van wij nader zullen spreken

§120:

zijnde mede opgeligt den Orangkaij der Negorij Hatuwe

den brank: van Hatuur Noekos

Pesfitoenij, welke als Capitain Laut van Noekoe gageer

Capitain Laut mede opgeligt. —.

heeft een doar trapten knaap is, en vooreerst aange=

die aangehouden word.

„houden werdt tot de bij onse apparte letteren van den 10 rezer.

§121. vermelde eindens terwijl tewgt bij het Hongij Dag Register

aanpijsing uijt welke volkeren de

Rooscloots heeft bestaan. de datis 3: en 6: December is aanteekening gehouden, uijt

49.

§122: welke volkeren de Hoofvloot heeft bestaan wat boven

Wat Ckrammers na Balij en Bouton

gwaren hebben.

Cerammers weder na Balij en Bouton gevaren hebben,

en dat den grootsten ongepeamitteerden narigant den berug„

en dat jmansarassatet en ter gekan„

nis

„ten Jman Sarassa tot inker gekomen, en een vijand van

Noekoe geworden is, met welke herhaal in dezen, wij

§ 823:

P

uwe Hoog Edelens niet mogen verveelen Hoedanig

de oorsprong der Rebellie der Ceram„

„mers ondersogt en beschereven.

het nu gelegen is ten opzigte uwer Hoog Edelens ver„

wondering over den Rebelligen afval der Ceramers, ter

assistentie van den g’aufugeerden Tidors Prins Noekoe„

en dat die zo generaal en alomme zo eensklaps is uijt„

gebroken, mitsgaders dit zekerlijk vrij veel Speculatie

heeft moeten verwecken en gewis aan voor afgaande

prepareerende en concureerende omstandigheeden schijnt

te mogen toegescreeven worden, waar van Hoog dezelve

nogtand

wegensen

ramme.

aat vijn„