closeTerug naar inventaris

Transcriptie

100

optijging geweest mogte zijn, indien wij niet van de Gezanten

vernoomen hadden, dat het eenlijk was de heerhaalde aanzoe„

king bij onzen vrend om de verbonden, bevoorens met het

=tof van Johor gesloten, te vernieuwen en te bekragtigen;

Maar wel verre van dat deeze aanzoeking eenig mistrouwen

zoude denoteeren, is het daarentegen een heel blijk van het

vervrouwen zelf dat wij in onten wuend stellen, nadien de Com„

„pagnie in geene verbintenissen treedt met Drinsen, van

Ddewelken zij met de beste opinie en verwagting heeft.

Op het verzoek nogtans van onzen Vriend om een geloofwaar„

dig persoon naar Mour te zenden, ter onderrigtinge van

onzen vriend of de Compagnie al of niet op onzen waend

verstoord is hebben wij den hier aanweezenden Regent van

Rakkan Habrb Oemar Heni Mohamat Ba Hoezeen

Aszagaf bewogen om aan onzen wuend te brengen de

verzekering, die wij bij deezen onzen brief ook geeven, dat

de Compagnie als nog volhardt en de vriendschap, die nu

ruim een honderd zes en zeventig jaaren geleden tusschen

de Hollanders en het Tehorsche Hof opgeregt en tot hier toe

onafgebroken onderhouden is, en dat zij ook daar d van niet

zal afwyken, zoo lang de Iohorsche Vorsten, gelijk onze

Vriend voor zig dikwils beloofd heeft te zullen doen, de

Verbonden getrouwelijk nakomen, die toen en sedert met

dezelven geslooten zijn, en niets onderneemen dat ienig

zints daar tegen strijdt

Maandewijl ondertusschen het aanweezen van onsen vriend

te Moar met eene groote magt van vaartuigen en volk

en de gerugten die door dat volk zelf worden uitgestrooid

dat onze vriend van intentie zoude zijn om ons een con„

vrendelijk bezoek te komen geeven, nder de ingezettene

deeter plaatze de grootste ongerustheid verwekken met

Opzigt