closeTerug naar inventaris

Transcriptie

gedemandeerd ter gewoonen tijd de kleine Hongij te doen en daar

bij alles te observeeren wat de belangen van de EComp:s mogte vor„

„derlijk zijn en bij die gelegentheid voorkomen

Waar na gemelde Hoofd ook door welm: zijn Edele afgevraag

of nog iets had in te brengen tegen de Regenten, en zulx met neem

beandwoord hebbende de vergadering vrijheid gaf wierden de Regen„

ten insgelijks door den Edele Heer Admiraalspeaal een voor een

afgevraagd of zijl: het zij een of meer iets te klagen of in te bren„

gen hadden op het subaltern bestier van het Haroekos Hoofd, het

welk door dezelve in’t generaal Zo wel als ieder in ’t bezonder be„

antwoord zynde met de volmondige betuiging dat zij over zijn E:

handelingen zeer voldaan en wel te vreeden waren, waerd het

hoofd Blondeel weder binnen versogt en gekomen zijnde

hem des Edele Heer Admiraals bij zonder genoegen te ken„

„nen gegeven, onder verdere toevoeging dat zijn Edele vertrouw„

de hy daar in soude voorharden, niet alleen, maar zig onder

den Jnlander en voornamentlijk de Regenten meer en

meer bemind te maken behouders 'sComps gezagen zijn E:

eegen eeren reputatie

Eijndelijk klaagde den Radja van Caijbobo Mattheus Sijpat„

„turatoe dat er verscheide datij houders zijner negorij zig

den datij dienst ontrokken, en die datijs dus geheel ontbloot

waren van volk, weshalven het ondersoek van dien aan

het Hoofd Blondeel wierd op gedragen onder de kleine

Hongij te doen.

Laatstelijk wierd nog verstaan uit de ketting te ontslaan Ta„

masiri van Caijbobo welkers tijd alhier is g’exepireert /:onderstond/

Aldus Gedaan en Geresolveert dato plaatse voorsz: /:was ge„

tekent:/: B: v: Pleuren, D: J: Blondeel, W: J: De Bourghelles

C:n

9

2