closeTerug naar inventaris

Transcriptie

221

neert dit net bewijsen te staaven

Op den 31: Augustus leeverden denzelven, in onse ver„

§ 371:

6

't welken 31: Augustus is geschied,

gaadering over, Twee volleedige verklaringe, waar

uijt Consteerd, dat over de 100: menschen eenpaarig getuijg„

de geen reeden van klagten tegens hem te hebben, dog dat„

zij alle door gem: Isaac Lopolalang bedreijgt

en verheijd zijnde, blindelings in zijn dessijne hadden

toegestemt.

de Copolalangs heben 1372:

Deesen Jnlander Isaac Lopolalang uijt een ge„

de de Soijsas altoos den voet

soeken te ligten

slagt met de De Soijsas herkomstig welke nooijt

een geleegentheijd hebben laten voor bij gaan, om de wet„

„tige Regenten uijt het saadel te ligten; denkelijk van

te vooren bewust van sijn ondergend bestaan, beloont

heet ris serget met t schip t Huij„

te krijgen: heeft zig intijds met het schip Buijten

ten Leeven weg gepakt

Leeven weg gepakt, en is dus het ondersoek de staaf

om zijne te rug sending na herwards

ontweeken; weshalven wij uw Hoog Edelens nee„

word versogt.

derigst bidden indien denselven :/ gelijk wij niet twijffelen:/

ter Hoofdplaats is, hem weeder dit heen te zenden.

§ 373:

Den 12: Iulij versogten de Regenten van Waaij en

de begenten van waaijen hilt Lillebooij, om met konneur ontslagen, en dit accor„

boon zijn behoudens honneur

ontslagen.

„deerden wij te eer om dat ze teffens versogten den eersten

door