closeTerug naar inventaris

Transcriptie

265

agterland op gehouden hebbende zig eindelijk in de Ne„

„gorij Toeniwara hadde vertoond, en aldaar voorgegeven

eene zekere Ronaisa van gem: Negorij te zijn, welke over Ee„

nige Jaaren een 'sComp=s brief van Manipa naar Bouro

zullende overbrengen naar alle waarschijnelijkheijd, is

verongelukt, aan dien hij voorgaf dat naar Banda

verdrieven was, een verdigtsel, waar toe hem ’t geniete

van verscheide Inlanders van meerm: Negorij in zijn prac„

sentie dat hij namentlijk, veel naar gem: Ronaisa ge„

leekt, gelegendheijd gegeven had weshalven hij aan ook

praetendeerde dat de doussong aan dien Ronaisa toege„

hoord hebbende hem zoude werde toegeweesen en hij door

defzelfs maagschaperkend dan dezen zo min als den

orangk: hier aan eenig gehoorleenende gaf gem: regent

van dit alles kennis aan Manipas Resident van Capille

versoekende denzelve naar Amboina mogte gezonden

worden ’t geen ook zoude geschied zijn, in dien meerm: Haaf,

die zijne gefingeerde levens gevallen voor gem: resident

had herhaald, op ’t vermoeden, dat hij opgezonden zoude

werde, zulx niet door de vlugt hadde ontsnapt en een

prauw van den te Manipa bescheiden busschieter gestoo„

„len, waar mede hij op de Negorij Assaloeloe ter houw quam

kwam aldaar aangeland wierd denzelven opgevat,

dog kort daarna zonder dat den orangkaaij weet, op

welke wijze met een vaartuijgd van Oering, op Loehoe

en van daar over de Landweg tot Loebang Haija gekomen

4 van Bonoa na derwaards, alwaar zig eenigen tijd in de

1

zijnde, vertrok denzelven met Christen Negorij Clan„

„destien ophield, tot dat hij verscheide goederen gestoolen.

hebbende en bevreed van agterhaald te werden, zig

meester maakte van een prauw toebehoorende aan zekere

Marcus