closeTerug naar inventaris

Transcriptie

En door gebrek aan Peeper denselven.

st=s tegelegd.

Hun Hoog Ed„s remarque om„ § 120:

trend het excuseeren van den Eijsch van

Buskuijt.

uit hoofde der g'apperde swarigheeden

door den Luijtenant der Arthiller,

word thans in eerbied beantwoord

79

voor raad van peper heeft, hebben we den„

zelven daar voor van 1: 2: Stuijvers toe„

gelegd.

Het heeft uw Hoog Edelens nog

behaagd onder dit Chapitie te remarquee„

ren, dat wij den Eijsch van kruijt zouden heb=

ben geExcuseerd, uijt hoofde der swaarigheeden

die den Arthillerij Luijtenant streck hadde

geopperd: zo dienen we in eerbig antwoord, dat

wij bij onze nederige letteren van den 30:e Septem„

bea ad:o p:o bedoeld hebben.

dat wanneer men de verandering en reparatie aan

het kruijthuijs aan de weskant zoude hebben ver„

„rigt, dat gebouw door dies verkleijning wee„

„gens de ophoging der vloer, met de daar

in zijnde quantiteit buskruijt, weeder vol„

zoude raaken

dat wijl er buijten het kruijthuijs aan de oost„

„kant, dat onder de Administratie van den Capi„

tein van Guericke was, geen andere bergplaats als de

buijten wagt in het Hoornwerk overbleeft, den bovenge„

melden Luijtenant streck over zulks te kenne gegeeven

dat hij bij een meerder aanbreng van kruijt, voor de

conservatie van het zelve niet konde instaan, het

geen dan ook de reeden heeft uijtgemaakt, dat wij

geen kruijt geEijscht, maar de quantiteit die aan han„

den