Transcriptie
4:
orangkaija van Nonialij, denwelken afgevraagd zijnde, waar hij woonde„
antwoorde in de Negorij Kauwa; vervolgens afgevraagd zijnde seedert
wanneer, zegt dat al ruim drie Jaaren, met salee en zijn alfoeren
Circa 40:' man en 40: vrouwen zich te kauwa nedergeset te hebben;
op ons afvraage of hij geen orangkaij van Nonialij en door den
wel Edelen Gestrengen Heer Gouverneur van Pleuren in A=o 1784.
toen Pelakahoe gevangen genomen wierd, niet g’ordonneert was, om zich
te Nonialij op te houden, antwoorden hij van Ja, maar dat hij met sijn
Soas de Alfoeren van Nieuwenlehoe en Tesioeloe, neevens Sanie
den Capitain Samirie, aldaar in oorlog was, tegen de Alfoeren
van boven Nomalij, Nakahela, Makahala, en Moehali, dat
hij derhalven zig genoodzaakt vond, nu runn drie Jaaren geleeden, zijn
Negorij te moeten verlaaten en de Negorij kauwa die meede teegen hun
in oorlog was, te hulpe te koomen: op ons afvraage waarom hij van
dit alles geen kennisse had gegeeven; antwoorde hij zulx aan den
Bangsjawan van Manipa gedaan te hebben en dat die hem geper„
„mitteerd had, op kauwa of op Assahoedij met zijn Alsoeren te
moogen blijven —.
Den Sawais Commandant Fockens hier op aan Arlekoo
afvraagende, met wat voorneemen hij toen gem: Commandant
een praauwtje langs de hoek van kalwaij hijlende, om na Ambon
te vertrecken, langs het zee strand had geschept, met een Moe„
„hoelij, met den Orangkaij van kauwa en den Capitain Samuo
Sanie,