closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Pelakahoe van dit geval vroeg of laat rugtbaar mogte maaken

zig toen bij den Radja van Cthij vervoegd hadden en nu drie Jaaren

gelieden, wanneer de groote Iongij hier zoude aankoomen, bij de voor

af bij de welEd: Gestw: Groot Agtb: heer afgegaane Gouverneur/ L: W:

tegens hem Pelakahoe met valsche en uitgesogte klagten halden

aangebragt, van dat gevolg, dat toen Pelakahoe met zijn

zoon Sapoea en zijn Nees Soeata met een klein prauwtje bij

welmelde gebieder te gemoed zijn geschept, om na gewoonte hun ho„

„mage te bewijsen, meerm: gebieder hem Pelakahoe op de Admi„

„raals Corre Corre, in de Boeijen had laten opsluijten; zonder dat hij

tot nog toe is te weeten gekoomen, waar zijn zoon en Neef, zeederd

beland zijn.

Verklaarende Pelakahoe wijders, dat zijn vrouw om hem van zijne

detentie te bevrijden, van hier armoedje heeft meede genoomen; seeven

goude slangen, waar van drie zeer swaar wegen, en met de Hongij

vloot. tot Lissabatta gevolgd hebbende, aldaar aan kimilaha van

Lissabatta en den Radja Sawaij had afgergeeven, om ze

aan welm: welEdele Gestrenge seer gebieder te overhandigen,

met versoek, om ontslag voor Pelakahoe; dat het Radja

van Sawaij en Kimilaha die slangen meede genoomen heb„

„bende, egter bevreesd waren, deselve eigenhandig aan roelm: ge„

„bieder over te geeven, waar op den presenten Jongen Radja

van

13: