closeTerug naar inventaris

Transcriptie

34:

Donderdag

wij de evigorij Sawaij geheel ontbloot van volk, alleen den Jongen

Radja, kwam bij ons met betraande oogen afscheid neemen, zeggen„

„de misschien nimmer, een van ons ooijt weeder te zullen zien; wijl„

hij zig den dood reeds voor oogen stelee —:

Dnse voorneemen om na Hottij of waroe te vertrekken en

net behulp van het Sawaijs volk en de Alfoeren Noeko van

de Lantkant te overrompelen, door dit interval dus verijdelt

geworden zijnde, moesten wij met Leedweesen, ondanks alle

onze pogingen, daar van wel afzien, te meer, daar ons den

Commandant Fockens te kennen geef, dat hij thans geen en„

„kele soldaat van zijn Post kon missen, door dien hem alle

de Inlanders begeeven hebben, en dus alleenig met zijn bezet„

„teling daar gelaaten zijn, om die Contrijen in het oog te hou„

„den, invoegen wij dan resolveerden onse k rug reise na Ambon„

weeder op morgen te onderneemen

Den 1: November, heeden morgen bleeven wij nog tot 10: uurmn

alhier wagten, of Sman Malezie, dan wel eenige tijding van

de Hatilineesen mogte koomen, dog te vergeefs, presumeerende,

den Commandant Fockens; dat hij reeds overleeden of verre

Landwaarzs op, om de kinder zocken, gevlugt zal zijn

invoegen den Eerstgeteekende, de, voor gem: Iman Malezie

mndeden

L: