Transcriptie
35.
meede gebragte Rotting en Acke, aan den Commandant Poo„
„kens, op zijn verzoek, en in hoope van UwelEd: Gestr: Groot
Agtb: gunstig welduijding, hebb afgegeeven, ten einde hem die,
bij zijn te rug komst, te overhandigen.
Geheel Sawaij reds ontrolrtk zijnde, uijtgeroneent ’s Comp=s
daar bescheidene Dienaaren, versogten, ons den Commandant
Poukens, voor hum bij UwelEd: Eestr: Groot Attb
om verschooning te versoeken, dat hij niet in Persoon
meede kon opkomen vermits hij niemand heeft, om
zelfs zijn klijne Orambaij over zee te kunnen brengen,
nogtans om ons bij de Alfoeren tot een tolk te dienen,
meede geevende, den Orangkaija van Besfij—:
Des voordemiedags te 10: uuren begaven wij ons nna
Boord, ligten het Anker op en zeijlden met een
zomd weste wind en zeer holle zee na Lissabatta,
waar wij 's nagts 12. uuren moesten stooppen tot
Vrijdag Den 2: dito, Des morgens, 6. uuren kwam den Nieuwen
Orangkaija van Nomalij bij ons, bekentmakende dat zijn
Alfoeren reeds tot voorbij Maloang gekoomen, doch
op de tijding van de te Sawaij heer schende kinder Pokjes, wee„
„der trug gekeerd waaren —