Transcriptie
lita
ster
lo
„
„
Jaem
weezen,
vol„
2t
8
Op de begeerte en Ontfange ordre van de Edele
Hege Indiasche Regeering om dezen of
aangaande den Voorraad van Buskruit
en Rijst in A:o 1779. te suppediteeren de
voldoende elucidatie die door langdurige ziek„
te en het daar op gevolgd overleeden van
den Heer Gouverneur Krdelman is agter
gebleven, Vertonen wij ten dien einde bij de„
zen dat in A:o 1777: het schip Blijswijk
op de herwaarts reise Verongelukt is, zoda„
nig niet aangebragt zijn 270: Coijangs Rijst
en 1700. lb Buskruit, en in A:o 1778: van hier
niet meer zijn G'eischt als 800: Coijangs Rchipt
die ook in het voorjaar 1779. Compleet ont„
fangen zijn, en men presumeeren moet dat
er geen meer Rijst gevraagt is uit noodzake„
lijkheit om eenige ruimte uittewinnen voor
de Houtwerken die toem te zeer benodigt
waren ter reparatie der defecten aan de Ge„
bouwen, daar ook de felle orkaan in April
1778: dus kort te voren zijn rampen had
de afgilevert; dat 'er Vervolgens onder ult=o
Augustus 1779: aanhanden geweest is
094. Lasten Rijst een aan zienlijk Restant,
benevens
72
118
weezen, Vertrouwen wij, dat desselvs be„
„grooting op goede Gronden zal hebben
berust, en dat, om die reeden ook door
UE: Geene Zwaarigheid is Gemaakt, om
dien voorraad voor het toekomende op 60000:
lb te bepaalen.
Over het antwoord der Ministers, op de
52. paragraaf van Onzen Generaalen
7„
brief van den Iaaren 1781: kunnen
wij, om reedene van de meermalen aan„
gehaalden: ontstentenis van inkomende
brieven niet oordeelen en over zulx nieten
beslissen, of de Ministers welgevat a
74„
hebben onze aanmerkingen over den
gebrekkingen voorraad van kruijd, en rijst e
ten deezen Gouvernemente in 1779. bij uwen
advesen van den 31:' xber: 1784: aange„
haald.
UE: zullen echter uit voormelde onzen„
brief van 1781: hebben kunnen opmaken,
dat wij voorzeiden onze aanmerkingen
zoo hadden ingericht, dat dezelven inzon„
„derheid door UE: kunnen worden beantwoord,
gelijk dezelve ook /:immers voor zoo
veel de rijst aangaat:/ in dat licht
door UE: schijnen beschouwd te zijn,
bij derzelver advisen van den 12: Julij
1783.
Wij
27