Transcriptie
200
Uwel Edele Agtb: onderdanige Dienaaren /:was getekend:/ A: A:
S Pravezande en I:s Hageman /: ter seide :/ Poulo aij ten Comptoire
Revengie den 20. April 1788:
Hoofd als vooren
Na de door uwel Ed: Agtb: gegeven ordres, bij mijn aanweesen te Neijra
hebbe ik na mijn aankomst alhier en wel op den 2: deeser, de specerij
perken naar gelaaten door deselve Lieden den perkenier Iohannes Josias
Nicolaas Krama bij provisie overgegeven ’t eene genaamt De coboong
Basaar met 7: stux slaaven, aan den Perkenier Carel Arnout kouten„
„berg ’t andere de koboong keij met 5: slaaven en daar bij gehoorende,
Huijs en Erff aan Iuffrouw Maria Doesman wed=e van den perkenier
Egbert Boudewijns welke persoonen uwel Ed: agtb: ootmoedigst hun
dank betuigen voor die gemaakte schikking Hebbende sijlieden tevens
aan mijn ter hand gesteld ijder ben Request, deese in geslootene met
nedrig versoek dat het zelve uwel Ed: agtb: mogte worden aangeboden,
en dat zijlieden door uwel Ed: Agtb: in de beheering van die specerij
perken moogen werden vast gesteld op zodanige beede en voorwaarde als
een ijder in ’t bijzonder bij sijn supplicq nedrig besolliciteerd.
saande na de g'eerde ordres vonde koopbrieven van die specerijlanden
deese ingeslooten tot uwel Edele Agtbare over„
Ten aspecte die perken neeme ik de vrijheid nog uwel Ed: Agtb: te be„
rigten dat bij mijn Aanweesen te Neijra twee stux oude slaven mijdens.
gehoorende tot de Caboong keij, zijn overleeden waar door de wed:e Boude„
„wijns dan ook bij het door haar ter beheeringe overgenomen perken in steede
van 6: stux slaaven niet meer dan 3. stux, dog de beste ontfangen Heeft.
op Heeden door de Perkeniers geleeverd zijnde 170: lb: krap foelij afge„
„trapt in een zoekel N:o 32: hebbe ik de Eer daar van ’t rapport der gecom„
mitteerdens bij den aftrap en de Notitie van dies Leverantie uwel Edele
Agtb: bij deesen aan te bieden welke geringe Leverantie binnen korten
door de op handen zijnde klimtijd van een veel abondanter staat gevolgd
te werden niet tegenstaande de specerij plantagies groote schade hebben
geleeden door de nu seedert eenigen tijd geweest zijnde dragelijkse
kortstondige reegen vlaagen, en daar op direct gevolgde heete zonnestaaling
waare