Transcriptie
De
23 meij o088
182
Gelschen wijnig proguessen, zouden maaken, mag men tot
staaverog van bij voorige submisse geallegieerde reedenen,
dat zij nooit trachten zullen, of den vorst te
zal weesen, zij zog als aan stabileerden, nag wal eerkiedig
voog mandat, zijn zeen weinig voordeel en deesem handel mae
„ten gevonden hebben alzoo tot heeden nog geen Engelschen
„mans zig aan deese Contrijen vertoond heeft.
Met een in de Dinaarem die door uw Hoog Edatheedens
groote goedheid bevondert en in gage verhoogd zijn alsenoot
„ maadigst bedaadend betuigen hiers inzonderheid
de submisse teekenaars deeses, voor de gunteige reflexie
die hoogst dezelve, op hunne humble Pollicitatien hebben ge„
„ lieven te slaan, Zullende een ieder van hun in ’t bijzonden
steads werk aam weesen om de door uw Hoog Edelheedens
huw aanvertrouwde diensten, waare blijken op te leeveren
toehoog en wandig dees mendande gunetdeniijsen zij
hun geconsidereerd werden ter wyle teffens eene eeverige
behaatiging van D' meesters dienst geringe bewijsen
zullen weesen van de verpligting en dankbaarheid
die hoogstderzelver aan hun banneesen groote melden
„den op haar gelegd hebben
Inder eerbiedig ofterle van een brief van Sulthan
Sarieff en den Panimbahan Sarieff Cassim, gebrui„
„ ken wij de vrijheid omtrent die vorsten, nog ten
noteeren, dat zij beiden steeds aan S Compagnies
belangens verknocht zijn en blijven; dat eerstgem
blijft voortgaan den negotiant beeter dan voorheen
te behandelen, en den laatstgenoemde geener andere
gevoelens in zijnen dankbaaren boesim koesterd dan
om door handel en wandel, waare blijken op te lee„
„ veren
D