closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Ten besluijte deeses, moeten Wij Uwe Hoog Edel„

„heedens nog bedeelen, dat onse Kruijsers reeds 3„

Maccassaarse in Een Endenees Smokkel- Vaarthuig„

genoomen en opgebragt hebben, dog de welke door

den Portugeezen Gouverneur van Dilie gereslameerd

worden om dat deselve genoomen zijn ter Rheede

Liphao, OEkoesie en Tehalarang zoo als Uwe

Hoog Edelheedens zullen blijken uijt den brief van

gem: Gouverneur, die wij de Eere hebben, Neevens het

door ons daar op gegeeven Antwoord in Copia, deese te

laaten verteld gaan.

TerWijl wij Overigens de Vrijheid Reeme met

alle Eerbied en de Meeste Hoogachting: ons zeer en

Needrig te Noemen /:onderstond/ Hoog Edelen Groot

Agtbaaren Wij d' gebieden den Heere, en Wel Edele

Gestrenge Heeren /: Lager:/ UW hoog Edelheedens

seer Nedrige en Trouw schuldige dienaaren /: Was

geteekend:/ W: A: van Este, T. Wanjon, C: W: Fransch,

en C. T: Fruij gesw: Scriba /:in margine:/ Coepang

op timor den 20: Mey A:o 1748.

Accordeert.

CS: raij 2o

=

gesw: Seriben