closeTerug naar inventaris

Transcriptie

het geboomte stond en redelijk sindelijk was komende begaf zig

de Heer gouverneur in ’t woonhuis van den orangkaij die zo

ziek scheen te wezen dat hij op zijne beenen niet staan konde

en onder de voor gallerij dezer woning eenige stoelen benevens

een tafel vindende staan, nam zijn welEd: Achtb: aldaar zitplaats

en vroeg den op een stoel in het voorhuijs aan de deur zittende

Orangkaij of ook met de eene of andere Alphoerse Negerij in oneenig

„heiden oorlog leefde; dog dezelve antwoorde van eveen

vervolgens kwam de zoon van den geweesen orangkaij van

Nonialij Arleka uit naam van het van Nonialij gevlugte en

zig hier ophoudende sowa criwelehoe, sterk volgens opgave 70:

wapenvoerende mans persoonen versoek doen dat het den Heer

Gouverneur mogte behagen aan hen lieden te permitteeren,

hier woonagtig te mogen blijven onder het gezag van den orang„

„kaij kawa, of dat zijn welEd: Achtb: mogte gelieven een apar„

„te orangkaij over hen lieden aan te stellen; terwijl zij reets

tot drie verscheide maalen uit hunne Negorij cronialij verjaagd

waren door hunne mede dorpelingen uitmakende het soa Pa„

„poeara, te meer dat soa tot een orangkaij verkregen had de

zoon van hun grootste vijand Pelakauw met wien wel door

bemiddeling van den geweesen secretaris van Politie Brusz:

den vrede gemaakt was, dog dat met elkanderen nog geen mon„

„deling samenspraak gehouden hebben en dus zig voor als

nog niet durfden wagen na hunne negorij eronialij te rug te

keeren uit vreese voor hunne oude vijanden ende soa Tapoea

„ra, dan vermits den Heer Gouverneur hun langer verblijf

alhier niet goed konde keuren zogt zijn welEd: Achtb: hun

Ee